De brieven van Paulus

Dit artikel is een vervolg op het leven van Paulus.

Brieven van Paulus.

3. Brieven van Paulus
3.1. Plaats in de Bijbel
Er zijn 13 brieven van Paulus bekend die in onze Bijbel zijn opgenomen, na het boek Handelingen. Ze staan op volgorde van lengte, dus niet chronologisch. De eerste negen brieven zijn brieven aan gemeenten, de laatste vier brieven worden de pastorale brieven genoemd, omdat ze aan een persoon zijn geschreven.

3.2. Datering
Over de dateringen van de brieven van Paulus zijn de verschillende meningen niet heel groot. Ik heb in een bijlage de jaartallen genoemd van de drie boeken die ik voor deze studie vooral gebruikt hebt.

3.3. Aanhef van de brieven
Brieven in de oudheid werden volgens een vaste structuur geschreven. Dit is gebleken uit de vele brieven die door archeologen zijn gevonden. Met name de aanhef van de brief hadden vaste elementen in een vaste volgorde:
– de naam van de briefschrijver
– de naam van de geadresseerd(n)
– de begroeting
– de mededeling, dat de briefschrijver om de gezondheid van de geadresseerde(n) tot de god(en) bidt
– een uitgesproken verlangen om tot de geadresseerde(n) te komen

Paulus blijft in zijn aanhef meestal grotendeels binnen deze structuur, maar neemt wel de vrijheid om dit op details anders in te vullen. Zo voegt hij bij zijn naam meestal zijn apostelambt toe in kleurrijke bewoordingen. En in plaats van een bede om lichamelijke gezondheid, wenst hij hen vaak ‘genade en vrede van God’ toe, d.w.z. de geestelijke gezondheid staat voorop.

3.4. Literair genre4
Voor Gordon Fee is het belangrijk om het literaire genre van een bijbelboek te kennen, als een van de sleutels om de inhoud beter te kunnen begrijpen. Hij noemt de brieven ‘occasional documents’, wat betekent dat ze zijn geschreven naar aanleiding van iets. Ten tweede zijn het documenten uit de eerste eeuw.

‘Occasional’ betekent dat ze zijn geschreven naar aanleiding van iets. We lezen dan wel de antwoorden, maar weten niet precies wat de vraag of probleem was of zelfs of er wel een probleem was. Dat houdt volgens Fee in dat ze niet primair als theologische verhandelingen zijn geschreven. Het zijn geen handboeken van de theologie van Paulus. Er zit wel theologie in verwerkt, je zou kunnen spreken van ‘toegepaste theologie’., maar wel altijd n.a.v. een specifieke situatie en aanleiding. We kunnen de brieven wel gebruiken om de christelijke theologie te ontdekken, maar de brieven zijn niet primair geschreven om de christelijke theologie uiteen te zetten. Het is altijd ten dienste van de aanleiding van de brief. Daarom is het belangrijk om goed te kijken wat de aanleiding van de brief was, welke zaken er spelen, wat de relatie is tussen Paulus en de gemeente, welke houding Paulus inneemt, etc.

Zes manieren om ons daarbij te helpen:
1. Bestudeer de historische context.
2. Lees de brief altijd in z’n geheel.
3. Bestudeer de literaire context.
4. Zoek naar de betekenis van de woorden, vooral de sleutelwoorden.
5. Realiseer je dat er probleemteksten zijn, omdat je de aanleiding niet kent. Alleen de lezers wisten waar het over ging. B.v. 1 Kor. 11:10 ‘vanwege de engelen’ en 1 Kor. 15:29 ‘dopen voor de doden’. We hebben dus soms een tekort aan kennis.
6. Zoek naar de betekenis voor de lezers van die tijd.

Samenvattend is dit voor Gordon Fee: The Epistles: Learning to Think Contextually.

Ondanks de kloof in tijd en omstandigheden, vindt Fee dat waar wij vandaag de dag vergelijkbare specifieke omstandigheden hebben met de christenen uit die tijd, Gods Woord aan ons hetzelfde is als Gods Woord aan hen.

Jack Hayford komt tot een vergelijkbare conclusie m.b.t. de toepassing: “Where these same problems exist in the modern church, the remedies are the same.”5

Vijf factoren die te maken hebben met hermeneutiek6:
Auteur, tekst, lezer, interpretatie, toepassing.

• Bij de auteur kun je denken aan de historische context, de bedoeling van de auteur, ed.
• Bij de tekst kun je denken aan de literaire context en alles wat met de inhoud van de tekst te maken heeft.
• Bij lezer kun je denken aan je eigen gekleurde bril (zoals je eigen kerkelijke achtergrond), waardoor het niet altijd makkelijk is om objectief te lezen. De moderne theorieën gaan ook vooral uit van de lezer om de betekenis te geven aan de gelezen tekst. Interactie tussen tekst en lezen staat momenteel centraal.
• Bij interpretatie kan het gaan om de betekenis te ontdekken voor de lezers van toen of voor de lezers van nu. Vaak wordt geprobeerd om dit via objectieve regels of methoden te doen. Een voorbeeld is te ontdekken of iets letterlijk of figuurlijk (beeldspraak) opgevat moet worden.
• Bij toepassing kun je denken aan wat voor gevolgen het lezen van de tekst heeft in het heden, d.w.z. wat kan (of moet) je er mee doen. De Bijbel roept ons immers op om niet alleen hoorders, maar ook daders van het woord te zijn! (Jak. 1:22). Toch moet de toepassing recht doen aan de tekst en de bedoeling van de tekst.

De eerste brief aan de Korinthiërs.

Vraag: Waar denk je als eerste aan als je aan de brieven aan de gemeente in Korinthe denkt?

Algemeen
• First Corinthians calls believers to be open to the gifts of the Spirit and to the Spirit of the gifts.7
• Orde op zaken in een jonge stadskerk.8
• De twee brieven aan de Korinthiërs vormen samen de grootste ons overgeleverde kerkordelijke verhandeling en zij leveren kostbare documentatie over de gang van zaken in de gemeenten ten tijde van de apostelen.9
• De brieven aan de Korinthiërs vormen samen een betrouwbare getuige van Paulus’ theologisch bepaalde pastorale aanwijzingen aan de gemeenten die hij stichtte.10
• 1 Korinthe geeft ons een fascinerend en waardevol inzicht in de pastorale theologie van Paulus, dat wil zeggen: in zijn benadering van de van de diverse onderwerpen en problemen in zijn gemeenten. Hij bekijkt alles vanuit het perspectief van zijn eigen geloof in God en Christus, waaruit ook zijn opvattingen over de mens en verlossing voorkomen.11
• 1 Corinthians is, in literary terms, Paul’s greatest achievement, perhaps the finest single piece of writing in the New Testament. It reaches one of its heights, beautifully coordinated to the specific circumstances addressed, in the description of the Church as the body of Christ, animated by a single, divine Spirit (1 Corinthians 12:12-30), that guides believers better than the Torah.12

Tijdvak
56 n. Chr.

Schrijver
Paulus, samen met Sostenes, waarschijnlijk zijn secretaris en medewerker (1:1).

Stad
Korinthe ligt in het zuiden van het huidige Griekenland, (in de Bijbel vaak Achaje13 genoemd), in het smalle gedeelte waar het schiereiland begint. Het noorden werd destijds Macedonië genoemd. Zowel in het noorden als zuiden van de stad liggen een aantal havensteden, waar Kenchreeën de bekendste van is, zodat het een belangrijk onderdeel uitmaakte van de internationale handelsroute en dus ook een handelsstad was.

De stad Korinthe werd omstreeks 146 v. Chr. door de Romeinen verwoest en 100 jaar later liet Julius Ceasar haar weer opbouwen. Er vestigde zich een grote bevolking van kolonisten, hoofdzakelijk vrijgelaten slaven uit Rome. Daarbij voegden zich een aantal Grieken en er was een Joodse kolonie. In Paulus’ tijd waren er al meer dan 700.000 inwoners, voor een groot deel slaven. Zowel door het feit dat Korinthe een handelsstad en havenstad was en de bontgeschakeerde bevolking, maakte van de stad een plaats van zedeloosheid en uitwassen. De stad stond wel bekend om z’n hoge cultuur en rijkdom (kunstacademies, gehoorzalen, filosofie scholen, etc.), maar dit hield het zedelijk bederf niet tegen. Bekende uitdrukkingen als ‘een Korinthisch drankfeest’ en ‘drinken als een Korinthiër’ waren spreekwoordelijk. Ook de uitdrukking ‘doen als een Korinthiër’ zou slaan op het plegen van ontucht.

Ontstaan van de gemeente
Paulus heeft de gemeente in Korinthe gesticht tijdens zijn tweede zendingsreis. We vinden dit verhaal in Hand. 18:1-17 (zie ook 1 Kor. 4:15). Volgens zijn vaste gebruik predikte hij eerst in de plaatselijke synagoge met het doel bekeerlingen (volgelingen van Jezus) te maken (18:4). Nadat Silas en Timoteüs zich bij hem aansloten (18:5) wijdt hij zich fulltime aan de prediking. Door het heftige verzet van de joden, besloot hij zich alleen nog maar tot de heidenen (niet-joden) te wenden en zien we het begin van een (huis) gemeente bij Titius Gajes (18:7, zie ook Rom. 16:23 en 1 Kor. 1:14). Velen kwamen tot bekering en lieten zich dopen (18:8). Paulus verblijft 18 maanden in Korinthe (18:11) totdat de joden zich zo hevig tegen Paulus verzetten, dat ze hem voor de landvoogd brengen. Enige dagen later vertrekt Paulus uit Korinthe en gaat naar Efeze (18:19) en weer terug naar Antiochië (18:22). Daarmee was zijn tweede zendingsreis ten einde. Het lijkt erop dat Paulus geen oudsten heeft aangesteld in deze gemeente in deze periode. Daarop wijzen o.a. de tekst in 6:5, waar de gemeenteleden recht gaan zoeken bij de ongelovigen. Ook worden geen oudsten genoemd of aangesproken op hun verantwoordelijkheid bij de problemen in de gemeente. Aan het eind van de eerste brief aan Korinthe lijkt Paulus drie mensen aan te bevelen om de leiding op zich te nemen en door de gemeente ook geaccepteerd te worden (16:15-18).

Vier brieven
Paulus heeft in totaal vier brieven naar de gemeente in Korinthe geschreven. Daaruit blijkt een grote (emotionele en pastorale) betrokkenheid en toewijding van Paulus bij deze gemeente. Wellicht hadden ze deze extra zorg ook wel nodig, gezien de hoeveelheid problemen die ze hebben.

De eerste brief is niet bewaard gebleven. Paulus noemt deze in 1 Kor. 5:9, waarin hij ook al problemen aan de orde stelt en adviezen geeft. (5:9-10). Het lijkt erop dat er niets is veranderd op het gebied van de ernstige (dus niet alleen de seksuele) zonden. Geldgierigen, oplichters en afgodendienaars worden veroordeeld in de eerste (verloren gegane) brief.

Vanuit Efeze schreef Paulus de tweede brief (onze eerste), n.a.v. een brief met vragen die de gemeente aan Paulus had geschreven en die door drie broeders is bezorgd (16:17). Met deze brief wil Paulus antwoord geven op hun vragen en hen ook op de hoogte stellen van een gepland bezoek van Paulus aan de gemeente. Hij wilde via Macedonië naar Korinthe komen en daar overwinteren (16:5-7). Mogelijk wil Paulus in die tijd ook oudsten aanstellen, zoals hij vaak deed bij een tweede bezoek aan een door hem gestichte gemeente. Blijkbaar is dit tweede bezoek op een teleurstelling uitgelopen, want Paulus waarschuwt dat hij bij een volgend bezoek ‘niets zal ontzien’ (2 Kor. 13:2). Vanaf dit punt wordt de geschiedenis ingewikkeld, maar met de gegevens uit 2 Korinthiërs komen wij tot de volgende reconstructie. Het lijkt erop dat Paulus had besloten om zijn volgende en laatste bedoelde reis naar Macedonië te laten beginnen bij Korinthe en na Macedonië ook een tweede keer naar Korinthe terug te keren (2 Kor. 1:15-16). Omdat de berichten vanuit Korinthe na zijn teleurstellende bezoek ongunstig bleven, besloot hij zijn plan te wijzigen en eerst naar Macedonië te gaan. Hij wilde niet nog eens zo’n confronterend bezoek brengen. Dit werd de Korinthiërs meegedeeld in een ‘tranenbrief’ (2 Kor. 2:3-4), die ook verloren is gegaan. Pas rond de zomer van 57 gaat hij vanuit Efeze opnieuw op reis via Macedonië met bestemming Korinthe (verg. Hand. 20:1-3). Ergens vanuit Macedonië schrijft hij zijn vierde (de tweede bewaard gebleven) brief aan de Korinthiërs en stuurt deze vooruit naar de gemeente. Of hij bij zijn aankomst uiteindelijk oudsten aanstelt is niet te bewijzen, maar het is wel waarschijnlijk. Temeer als wij rekening houden met een brief van de kerk van Rome gericht aan de gemeente van Korinthe omstreeks het jaar 69. In dat jaar vermaant de kerk van Rome de gemeente van Korinthe, omdat er een aantal door de apostelen aangestelde oudsten onwettig afgezet is (zie 1 Clemens 44.47.57). Zelfs 12 jaar na het laatste bezoek van Paulus blijkt de gemeente nog steeds problemen te ondervinden in de onderlinge relaties van de leden.

Belangrijkste thema’s
1.1. aanleiding van de brief
De aanleiding voor deze brief is een brief met vragen die de gemeente aan Paulus heeft gestuurd (7:1). Zij hadden een aantal vragen en problemen waar ze van Paulus een antwoord verwachten. Bovendien heeft hij verhalen (roddels) gehoord (1:11 en 5:1) over aanvullende problemen die er in de gemeente zouden spelen die de gemeente zelf niet noemt in hun brief. Deze stelt Paulus ook aan de orde.

1.2. problemen in de gemeente
Het is opvallend dat Paulus verkiest eerst de problemen te bespreken die hem niet door de afvaardiging van de gemeente, noch door hun brief, ter ore zijn gekomen. Hiermee geeft hij een duidelijk signaal dat zij enkele van de meest ernstige problemen op zijn minst onderschatten. Aan het probleem van twisten en persoonsverheerlijking wijdt hij niet minder dan vier hoofdstukken. Wat veel lezers van deze brief opvalt is, dat uit de rest van de brief niet te bespeuren is hoe en zelfs óf de ‘partijen’ inhoudelijk van elkaar verschilden.

In ieder geval, na de problemen van de twisten uitgebreid besproken te hebben, eindigt Paulus met een waarschuwing dat als de Korinthiërs niet willen dat hij met zijn stok (4:21), het vaderlijke tuchtmiddel, komt, zij hun zelfvoldaanheid moeten loslaten.

1.2.1. problemen door Paulus gesignaleerd
• Het probleem van de onderlinge twisten en grove zonden (1:10-6:20).
De volgende drie problemen heeft Paulus in antwoorden aan de gemeente tussengevoegd.
• Hoofdbedekking bij bidden en profeteren (11:2-16)
• Misbruiken bij het avondmaal (11:17-34)
• De opstanding van de doden (15)

1. Onderlinge twisten en grove zonden.
Probleem: twisten (1:11), ze zijn vleselijk (3:3), nijd en twist (3:3), ze zijn opgeblazen (4:18 en 5:2), hoererij (5:1 en 6:16), roemen in de verkeerde dingen (5:6), met verkeerde mensen omgaan (5:10), recht zoeken bij de ongelovigen (6:6).
Oplossing: weest eenstemmig en laten er geen scheuringen zijn (1:10), bedroeven (5:2), hoereerder uit uw midden verwijderen (5:2), het oude zuurdeeg weg doen (5:7), niet met zondaars omgaan of eten (5:11), wijze mensen zoeken om een uitspraak te doen (6:5), ontvlucht de hoererij (6:18), verheerlijk God met je lichaam (6:20).

2. Hoofdbedekking.
Probleem: mannen bidden of profeteren met bedekte hoofden (11:4), vrouwen bidden of profeteren met onbedekte hoofden (11:5).
Oplossing: onbedekte hoofden voor de mannen en bedekte hoofden voor de vrouwen (11:7,10)

3. Misbruiken avondmaal.
Probleem: verdeeldheid (11:18), hongerig of dronken aan het avondmaal (11:21), op onwaardige wijze aan het avondmaal deelnemen (11:27).
Oplossing: thuis eten (11:34), zich zelf beproeven (11:28), op elkaar wachten (11:33).

4. Opstanding der doden.
Probleem: zeggen dat er geen opstanding der doden is (15:12), zinloosheid (15:32)
Oplossing: de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden (15:52), standvastig en onwankelbaar zijn (15:58). God zal ons opwekken door zijn kracht (6:14).

1.2.2. Onderwerpen (problemen) door de gemeente aangedragen
Deze punten zijn te herkennen aan het feit dat ze beginnen met de zinsnede: “Wat nu de punten betreft” of “ten aanzien van”. Dit wordt vijf keer genoemd.
• Omgaan met een vrouw (7:1)
• Het eten van (offer)vlees (8 tm 10)
• De geestelijke gaven (12 tm 14)
• De collecte voor de heiligen (16:1-9)
• De komst van broeder Apollos (16:12)

1. Omgaan met een vrouw.
Probleem: Wel of niet trouwen? Wel of niet scheiden? Wel of niet seksueel contact met een vrouw?
Oplossing: Het huwelijk is goed en verstandig (7:2). Seksueel contact binnen het huwelijk is normaal en gewenst (7:3). Ongetrouwd blijven is ook goed (7:7). Trouwen is beter dan branden van begeerte (7:9). Echtscheiding is niet Gods wil, ook niet als de partner ongelovig is (7:10-13). De staat waarin je bent als de Here je roept, is de juiste (7:17).

Dit lijken eenvoudige oplossingen, maar in de jaren en eeuwen die daarna kwamen, werd het celibaat en de seksuele onthouding als belangrijker verkondigd, wat de aanzet tot het verplichte celibaat voor geestelijken heeft geleid. Dit is vooral gebaseerd op de uitdrukking over de ‘onverdeelde toewijding aan de Here” uit 7:35. Dit schrijft Paulus volgens mij met het oog op zijn eindtijdverwachting, dat er nog maar weinig tijd was (7:29-31).

2. Het eten van offervlees.
Probleem: Mag er offervlees gegeten worden? (8:4).
Oplossing: Alle vlees mag gegeten worden (10:25). Als je weet dat het gewijd offervlees is, is het beter om het niet te eten (10:28).

Vraag: Hoe kun je deze tekst vandaag de dag toepassen?

3. De geestelijke gaven14.
Probleem: Oplossing:
onkunde (12:1), Instructie door Paulus (12:1)
gebrek aan liefde (13:1-13), liefde (13:1-13)
teveel nadruk op spreken in tongen (14:9 en 14:19), meer profeteren (14:5)
geen vertaling van spreken in tongen (14:13 en 14:28), vertaling, anders zwijgen (14:13)
geen toetsing van profetie (14:29) toetsing (14:29)
geen orde (14:33 en 14:40), orde (14:33 en 14:40)
sprekende vrouwen (14:34), zwijgen en thuis vragen (14:34-35)

Het probleem met de gaven: uit deze hoofdstukken blijken een aantal problemen. Ten eerste zijn alle gaven even belangrijk. Ten tweede zijn de gaven geen persoonlijk bezit van de ontvanger. Ten derde hebben de gaven een duidelijk doel. Ten vierde hebben gaven geen zin zonder de liefde. Tenslotte, is orde ook heel belangrijk.

Deze tekst van “de vrouwen moeten zwijgen in de gemeente” (14:34) is vaak gebruikt om alle vrouwen uit te sluiten van taken in de gemeente. Dat is hier niet aan de orde. De context van dit gedeelte is het gebruik van de geestelijke gaven en volgens Joël 2:28-31 zullen zowel de mannen als de vrouwen profeteren. Daarmee kunnen vrouwen ook niet uitgesloten worden van het gebruik van de geestelijke gaven (zie Hand. 2:14-21). Bedoeld wordt waarschijnlijk15 het gebruik in de gemeente van Korinthe dat de vrouwen luidruchtig waren en door de dienst heen vragen aan elkaar gingen stellen. Daarmee werden de diensten zeer wanordelijk. Door te zwijgen (als anderen aan het woord waren) werd dit probleem opgelost. Er is m.i. geen sprake van een absoluut zwijgen. De hele context van dit gedeelte is hoe de orde in de gemeente weer hersteld kan worden in de wekelijkse diensten.

4. De collecte.
Probleem: Hoe moeten wij geld inzamelen? (16:1).
Oplossing: Elke eerste dag van de week naar vermogen thuis (!) iets wegleggen (16:2).

5. De komst van Apollos.
Probleem: Apollos wilde niet naar de gemeente in Korinthe komen (16:12).
Oplossing: Hij zal komen zodra het hem uitkomt (16:12).

Sleutelwoord
Gemeente-organisatie
Sleutelvers
“Een ander fundament, dan die er ligt, namelijk Jezus Christus, kan niemand leggen” (3:11)

Indeling
Inleiding, hfdst. 1:1-9
1. De verschillen in de gemeente, hfdst. 1:10-4:21
2. Het peil van de moraal in de gemeente, hfdst. 5-10
3. Kerkelijke en dogmatische vragen van de gemeente, hfdst. 11:15
Slot, zakelijke en persoonlijke opmerkingen, hfdst. 16


2. De tweede brief aan de Korinthiërs.
Algemeen
• Second Corinthians: human frailty can overcome weakness and trial through God’s presence and grace.16
• Profiel van een evangeliedienaar17
• Kan men van de Eerste brief aan de Korinthiërs zeggen dat het een ‘document over de kerk’ is, waarin Paulus regels geeft voor een harmonische ontwikkeling van de gemeente, deze Tweede brief zou men een ‘document van het apostel-ambt’ kunnen noemen. Ook brengt deze brief ons meer dan al zijn andere brieven nader tot de persoon van Paulus.18

Schrijver
Paulus, samen met Timoteüs (1:1).

Belangrijkste thema’s
• Een definitief afdoen met vroegere problemen en fouten. Paulus geeft uiting aan zijn vreugde over het berouw van de Korinthiërs: 1:6-7; 7:2-16.
• Voorbereiding van de grote inzameling voor de armen van de gemeente in Jeruzalem: 8:6; 9:1-15.
• Verdediging van het apostelambt, dat door tegenstanders van Paulus aangevallen werd: hfdst. 10-12.
• Aankondiging van zijn aanstaande (derde) bezoek: 13:1-10.

Sleutelwoord
dienen

Sleutelvers
“Daarom, nu wij deze bediening hebben, die ons door barmhartigheid is toevertrouwd, verliezen wij de moed niet…” (4:1)

Indeling
Inleiding, hfdst. 1:1-11
1. De apostel gerustgesteld (misverstanden opgehelderd), hfdst. 1:12-7:16
2. De apostel in zorg (hulpverlening aan de gemeente van Jeruzalem), hfdst. 8-9
3. De apostel rekent af (met Judaïserende tegenstanders), hfdst. 10:1-12:18
Slot, hfdst. 12:19-13:13

3. De brief aan de Galaten
Algemeen
Galatians reaffirms salvation by grace alone, and that saving faith is to be expressed as living faith19

Schrijver
Paulus (1:1).

Ontstaan van de gemeente
Gesticht door Paulus in het begin van zijn tweede en derde zendingsreis. (Hand. 16:6, 18:23)

Sleutelwoord
vrijheid

Sleutelvers
“Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weer een slavenjuk opleggen.” (5:1)

Indeling
Inleiding, hfdst. 1:1-10
1. Paulus bewijst, dat hij een waar apostel van Jezus Christus is, hfdst. 1:11-2:21
2. Paulus verkondigt het ware Evangelie van Jezus Christus, hfdst. 3:1-18
3. De plaats van de wet in Gods plan, hfdst. 3:19-4:31
4. Rechtvaardiging door geloof en: hoe te leven, hfdst. 5:1-6:10
Slot, hfdst. 6:11-18

4. De brief aan de Efeziërs
Algemeen
Ephesians details the resources and means by which Christ’s church fulfills her call.20

Schrijver
Paulus (1:1).

Ontstaan van de gemeente
Gesticht door Paulus (Hand. 19:8-10 en 20:18-38), waar hij 2 jaar verbleef.

Sleutelwoord
gemeente

Sleutelvers
“En Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt.” (1:22-23)

Indeling
Inleiding, hfdst. 1:1-2
1. Dogmatisch gedeelte: de gemeente van Jezus Christus, hfdst. 1:3-3:21
2. Vermanend, praktisch gedeelte, hfdst. 4:1-6:20
Slot, hfdst. 6:21-24

5. De brief aan de Filippenzen
Algemeen
Philippians: the renewed mind is a key to harmony in relationships and to victory in daily living.21

Schrijver
Paulus en Timoteüs (1:1).

Ontstaan van de gemeente
Gesticht door Paulus (Hand. 16:12-40 en 20:6). Zij steunden hem financieel (2:25, 4:10,18).

Sleutelwoord
vreugde

Sleutelvers
“Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u!” (4:4)

Indeling
Inleiding, hfdst. 1:1-11
1. Persoonlijke mededelingen, hfdst. 1:12-26
2. Aansporingen tot een volmaakte levenswandel, hfdst. 1:27-2:18
3. Mededelingen over de medearbeiders, hfdst. 2:19-30
4. Waarschuwingen voor de gemeente, hfdst. 3:1-4:3
5. Aansporingen voor de gemeente, hfdst. 4:4-9
Slot, hfdst. 4:10-23

6. De brief aan de Kolossenzen
Algemeen
Collosians sets forth the universal lordship of Christ in creation, in the church, and in salvation.22

Schrijver
Paulus en Timoteüs (1:1).

Ontstaan van de gemeente
Onbekend. Paulus kent de gemeente niet (1:4 en 2:1). Wellicht gesticht door Epafras (1:7).

Sleutelwoord
volkomenheid

Sleutelvers
“Want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk.” (2:9)

Indeling
Inleiding, hfdst. 1:1-12
1. Leerstellig gedeelte: Christus de Heer, hfdst. 1:13-29
2. Vermanend gedeelte: de gemeente, hfdst. 2:1-23
3. Praktisch gedeelte: de Christus, hfdst. 3:1-4:6
Slot: persoonlijke mededelingen, hfdst. 4:7-18

7. De eerste brief aan de Tessalonicenzen
Algemeen
The Thessalonian epistles balance the truths that kingdom graces are present now, but kingdom glory is yet to come.23

Schrijver
Paulus en Silvanus en Timoteüs (1:1).

Ontstaan van de gemeente
Gesticht door Paulus (Hand. 17:1-10).

Sleutelwoord
wederkomst

Sleutelvers
“Moge Hij uw harten versterken, zodat zij onberispelijk zijn in uw heiligheid voor onze God en Vader bij de komst van onze Here Jezus met al zijn heiligen.” (3:13)

Indeling
1. Persoonlijk deel (Paulus en de Tessalonicenzen), hfdst. 1-3
2. Leerstellig deel (vermaning en onderwijzing), hfdst. 4-5

8. De tweede brief aan de Tessalonicenzen
Algemeen
The Thessalonian epistles balance the truths that kingdom graces are present now, but kingdom glory is yet to come.24

Schrijver
Paulus en Silvanus enTimoteüs (1:1).

Sleutelwoord
tekenen

Sleutelvers
“Laat niemand u misleiden, op welke wijze ook, want eerst moet de afval komen en de mens der wetteloosheid zich openbaren.” (2:3)

Indeling
1. Persoonlijk deel (een woord voor allen), hfdst. 1
2. Leerstellig deel (een woord voor de dwepers), hfdst. 2
3. Praktisch deel (een woord voor de gemeente), hfdst. 3

De pastorale brieven
De brieven aan Timoteüs en Titus worden de pastorale (herderlijke) brieven genoemd, omdat de inhoud ervan voornamelijk bestaat uit inlichtingen en aanwijzingen voor de organisatie en leiding van de christelijke gemeente. De pastorale brieven zijn de enige brieven die Paulus schreef aan uitsluitend medearbeiders in het Koninkrijk van God. Daarin onderscheiden zij zich van al zijn andere brieven, ook van die aan Filemon, want dat is een zuiver persoonlijke brief.

Schrijver
Wie de auteur van deze brieven is, wordt duidelijk uit de brieven zelf. Daarin treedt Paulus tegemoet als:
• apostel van Jezus Christus, 1 Tim. 1:1 en 2 Tim. 1:1
• dienstknecht van God en apostel van Jezus Christus, Titus 1:1
• prediker, apostel en leraar voor de heidenen, 2 Tim. 1:1
• vriend van Timoteüs’ familie, 2 Tim. 3-5
• geestelijk vader van Timoteüs en Titus, 1 Tim. 1:2, 2 Tim. 1:2, Titus 1:4
• degene die Timoteüs heeft bevestigd, 2 Tim. 1:6
• leraar van Timoteüs en Titus, 2 Tim. 3:10, Titus 1:4-5
• gevangene te Rome, 2 Tim. 1:8, 17

9. De eerste brief aan Timoteüs
Algemeen
Paul’s letters to Timothy mark the path of practical, obedient behaviour, especially for church leaders.25

Sleutelwoord
herderschap

Sleutelvers
“Zie toe op uzelf en op de leer, volhard in deze dingen!” (4:16)

Indeling
1. Adressering en zegenbede, hfdst. 1:1-2
2. Regels voor de gemeente, hfdst. 2:1-3:16
3. De juiste houding van de gemeente, hfdst. 4:1-11
4. De goede zielszorg, hfdst. 4:12-6:2
5. Tegen de vrome zelfzucht, hfdst. 6:3-21

10. De tweede brief aan Timoteüs

Algemeen
Paul’s letters to Timothy mark the path of practical, obedient behaviour, especially for church leaders.26

Tijdvak
67 n. Chr. Dit wordt beschouwd als de laatste brief van Paulus.

Sleutelwoord
trouw

Sleutelvers
“En is iemand kampvechter, dan ontvangt hij de krans alleen, als hij volgens de regels van de kamp heeft gestreden.“ (2:5)

Indeling
Inleiding: adressering en zegengroet, hfdst. 1:1-2
1. Aansporing om trouw te zijn, hfdst. 1:3-2:13
2. Aanmaning, tegen de dwaalleraars te strijden, hfdst. 2:14-4:8
Slot: opdrachten, mededelingen en groeten, hfdst. 4:9-22

11. De brief aan Titus
Algemeen
Titus and Philemon characterize practical healthy relationships among the faithful.27

Tijdvak
66 n. Chr.

Sleutelwoord
verantwoording

Sleutelvers
“Opdat de tegenstander tot zijn beschaming niets ongunstig van ons hebbe te zeggen.” (2:8)

Indeling
Inleiding, 1:1-4
1. Vermaningen aan het adres van de gemeenteleiders, hfdst. 1:5-16
2. Vermaningen aan het adres van de gemeenteleden, hfdst. 2:1-3:11
Slot: persoonlijke vraag, opdrachten, groeten, hfdst. 3:12:15

12. De brief aan Filemon
Algemeen
Titus and Philemon characterize practical healthy relationships among the faithful.28

Schrijver
Paulus.

Sleutelwoord
broederschap

Sleutelvers
“…nu niet meer als slaaf, maar als meer dan slaaf, als een geliefde broeder.” (v.16)

Indeling
1. Inleiding, vers 1-7
2. Thema, vers 8-21
3. Slot, vers 22-25


Dateringen brieven van Paulus

A: Todd Wilson,De apostel Paulus
B: Jack Hayford, The Hayford Bible Handbook
C: Ernst Aebi, orte inleiding tot de Bijbelboeken

Brieven: A: B: C:
Romeinen 55 56/57 voorjaar 56
1 Korinthiërs 52 56 lente 55
2 Korinthiërs 52 56 winter 55/56
Galaten 50 49 begin 54
Efeziërs 59 60 eind 60, begin 61
Filippenzen 59 62 eind 61, begin 62
Kolossenzen 59 61 eind 60, begin 61
1 Tessalonicenzen 50 51 begin 51
2 Tessalonicenzen 50 51 eind 51
1 Timoteüs 61 62 63
2 Timoteüs 65 67 64
Titus 61 66 64
Filemon 59 61

NB, andere theologen kunnen tot andere dateringen of zelfs auteurschap komen.

Voetnoten:4 Fee, Gordon D., How to Read the Bible for All Its Worth (Hoofdstuk 3).
5 The Hayford Bible Handbook, p.356
6 De wetenschap die zich bezighoudt met het opstellen van de regels voor de exegese.
7 Hayford, Jack, The Hayford Bible Handbook, p.354
8 Anderson, R.Dean, 1 Korinthiërs, subtitel van het boek
9 Aebi, Ernst, Korte inleiding tot de bijbelboeken, p.135
10 Todd Wilson, De apostel Paulus, p.16
11 De apostel Paulus, p.14
12 Chilton, Bruce & Good, Deidre, Starting New Testament Study, p.69
13 Hand. 18:12, 27; 19:21; Rom. 15:26; 1 Kor. 16:15; 2 Kor. 1:1; 9:2; 11:10; 1 Tess. 1:7v.
14 Zie ook Woord en Geest, p.346-379, voor het gedeelte over 1 Korinthiërs, p.350-365.
15 Zie het boekje met het officiële standpunt van ‘Foursquare’ over de plaats van de vrouw: Women in Leadership Ministry. Hier worden diverse teksten over de vrouw in de gemeente behandeld.
16 The Hayford Bible Handbook, p.363
17 Spanje, T.E. van, 2 Korinthiërs, subtitel van het boek
18 Korte inleiding tot de bijbelboeken, p.140
19 The Hayford Bible Handbook, p. 371
20 The Hayford Bible Handbook, p. 378
21 The Hayford Bible Handbook, p. 387
22 The Hayford Bible Handbook, p. 392
23 The Hayford Bible Handbook, p. 398
24 The Hayford Bible Handbook, p. 398
25 The Hayford Bible Handbook, p. 409
26 The Hayford Bible Handbook, p. 409
27 The Hayford Bible Handbook, p. 419
28 The Hayford Bible Handbook, p. 419

Het leven van Paulus

Leerdoelen:

· Een globaal overzicht geven van het leven en de reizen van de apostel Paulus.
· Een overzicht geven van de grote lijnen van de twee brieven van Paulus aan de gemeente in Korinthe.
· Enkele algemene principes behandelen die betrekking hebben op (bijna) alle brieven van Paulus.

Inleiding:
Dit artikel beschrijft het leven en de reizen van Paulus. In een volgend artikel geef ik een kort overzicht van de brieven van Paulus.

Thema’s:

De volgende thema’s komen aan bod: het leven van Paulus, zijn reizen en zijn brieven.

1. Leven van Paulus

1.1. Persoon

Paulus heeft een grote rol gespeeld in de verbreiding van het christelijke geloof en het schrijven van grote delen van het Nieuwe Testament. Kennis van zijn persoon en leven kan helpen om zijn brieven beter te begrijpen. Vaak hebben we een beeld van hoe Paulus was, gebaseerd op sommige van zijn uitspraken of de onvolledige interpretatie van zijn uitspraken, dat dit geen recht doet aan de persoon en het werk van Paulus en de betekenis van hem voor de verspreiding van het christendom.

1.2. levensloop (3 fasen1)

1.2.1. geboorte en jeugd

Paulus is geboren in de stad Tarsus, de hoofdstad van de provincie Cilicië in het zuidoosten van het huidige Turkije. Volgens de woorden van Paulus in Hand. 21:39 ‘een welbekende stad” (NBG) of ‘niet onbelangrijke stad’ (NBV). Tarsus stond bekend als een centrum van wetenschap en was ook belangrijk in politiek, economisch en militair opzicht. Paulus was een Romeinse staatsburger, een belangrijk recht dat hij waarschijnlijk erfde van zijn ouders (of alleen van zijn vader). Deze rechten kwamen Paulus goed van pas tijdens zijn reizen en hij doet er ook een beroep op als hij in moeilijke omstandigheden zit (Hand. 16:37-39; 22:25-29; 25:7-12). Paulus had één zuster die in Jeruzalem woonde (Hand. 23:16). Het meest waarschijnlijke is dat Paulus nooit getrouwd is geweest (1 Kor. 7:8). Naast het Romeinse burgerschap was Paulus ook, en vooral een jood2, een feit waarover hij zich bij verschillende keerpunten in zijn brieven op beroept. Zo geeft hij in zijn brief aan de Filippenzen een samenvatting van zijn joodse afkomst: “besneden ten achtsten dage, uit het volk Israël, van de stam Benjamin, een Hebreeër uit de Hebreeërs; naar de wet een Farizeeër, naar mijn ijver een vervolger van de gemeente; naar de rechtvaardigheid, die in de wet is, zijnde onberispelijk” (Fil. 3:5-6; zie Gal. 1:13-17; 1 Kor. 15:8-10; 2 Kor. 11:22; Rom. 11:1).

Paulus groeide op in Jeruzalem en kreeg daar een opleiding aan de voeten van Gamaliël, een vooraanstaande joodse schriftgeleerde (Hand. 22:3). Hij beschrijft zijn opleiding als ‘opgeleid met nauwkeurige inachtneming van de wet onzer vaderen’(Hand. 22:3). Dat betekent dat hij al zijn tijd had besteed aan het bestuderen van de joodse geschriften, het Oude Testament. Bovendien zegt Paulus dat hij zich vol overgave had ingezet voor het aloude bestuderen van de joodse geschriften en de mondelinge traditie, die hij de ‘vaderlijke inzettingen’ noemt (Gal. 1:14). Paulus was dus geen doorsnee-jood, maar was opgeleid volgens de bijzondere traditie van het judaïsme. Hij was een farizeeër met de wetsopvatting van de farizeeërs (Fil. 3:6). Farizeeërs waren, zoals Paulus erkent, een van de meest nauwgezette sekten van het judaïsme (Hand. 26:5). Ze waren bijvoorbeeld zeer strikt wat betreft rituele reinheid en nauwgezette naleving van de joodse wetten. Deze wettische opleiding had tot gevolg dat Paulus het joodse geloof fanatiek en ten koste van alles wilde beschermen.

Van beroep was Paulus ‘tentenmaker’ (Hand. 18:3; 20:34-35), wat inhield dat hij ook leerbewerker was, een vak dat hij waarschijnlijk tijdens zijn studietijd had geleerd. Paulus verdiende hetzelfde als andere handswerklieden, wat een bescheiden inkomen inhield. Toch was hij er trots op dat hij met zijn eigen handen werkte (1 Kor. 4:12), zodat hij de gemeenten geen financiële last hoefde op te leggen (1 Thess. 2:9, 2 Thess.3:8-9; 2 Kor. 6:5; 11:23; 1 Kor. 9:3-18). Hoewel hij recht had op vergoeding voor zijn dienst, predikte Paulus het Evangelie om niet (1 Kor. 9:18).

Het leven van Paulus in de periode vóór zijn bekering werd gekenmerkt door de vervolging van christenen (Gal. 1:13,23; 1 Kor. 15:9; Fil. 3:6; Hand. 22:4, 1 Tim. 1:13). Dit wordt uitvoerig beschreven door Lucas in Handelingen (8:3, 9:2; 22:4; 26:10-11). Maar waarom vervolgde Paulus de christenen? Wat stond hem zo tegen en waarom nam hij zulke buitengewone maatregelen om de gemeente van God te verwoesten (Gal. 1:13)? Wij krijgen de indruk dat deze daad van vervolging voortkwam uit zijn extreme ijver voor de ‘vaderlijke inzettingen’ (Gal. 1:14; Fil. 3:5-6; Hand. 22:3-4). Paulus was een fanatieke farizeeër, die de aanbidding door de eerste christenen van een gekruisigde en (onmiskenbaar) vervloekte crimineel (zie Deut. 21:23) als uiterst schandelijk beschouwde (zie 1 Kor. 1:17, 18, 23). Paulus nam blijkbaar ook aanstoot aan de manier waarop de bekeerlingen tot het christendom met de joodse wetten omgingen. Hoewel het niet waarschijnlijk is dat de joodse bekeerlingen geheel afstand hebben genomen van hun vroegere levenswijze, weten we dat ze anders tegen de wet hebben aangekeken, vanwege het werk van Christus. Ze zullen ook een andere visie hebben gekregen op niet-joden, en hun houding tegenover hen hebben gewijzigd. Dit alles wekte ongetwijfeld de woede op van een fanatieke jood als Paulus.

1.2.2. bekering

Toen Paulus op de weg naar Damascus, om de gemeente daar te vervolgen, werd geconfronteerd (op een spectaculaire manier) met de opgestane Jezus Christus, vond er een radicale verandering plaats in zijn leven. Het is opmerkelijk dat de bekering van Paulus op drie plaatsen in het boek Handelingen wordt beschreven (Hand. 9, 22 en 26), terwijl het boek Handelingen geen biografie van Paulus is. In deze verhalen vallen diverse aspecten op:

1. Paulus’ bekering ging vergezeld van een specifieke roeping om het Evangelie aan de heidenen te brengen. Hij werd dus niet alleen bekeerd, maar geroepen (apart gezet) om te dienen als een ‘uitverkoren werktuig’ van Christus om Zijn Naam aan de heidenen bekend te maken (Hand. 9:15).

2. Paulus zou veel moeten lijden omwille van het Evangelie. De opgestane Heer zegt tegen Ananias: “Ik zal hem tonen hoeveel hij lijden moet terwille van mijn naam.” (Hand. 9:16). Zoals zijn levensloop en de inhoud van zijn brieven aantonen werd de bediening van Paulus bepaald door zijn bereidheid om ontberingen te verduren omwille van het Evangelie voor de heidenen.

In Galaten 1:13 – 2:10 is Paulus heel summier over zijn bekering, en beschrijft meer wat voor gevolgen dit voor zijn leven en bediening heeft gehad. Paulus zegt ook nadrukkelijk (zie Jer. 1:1:5) dat hij al geroepen was door God vanaf zijn geboorte. We zullen zien dat ook in zijn nieuwe roeping Paulus zich voor meer dan 100% geeft.

1.2.3. voorbereiding en eerste optreden

Na zijn ontmoeting met de opgestane Jezus, bleef Paulus ‘enige dagen’ in Damascus, waar hij in de plaatselijke synagoge verkondigt dat Jezus de Zoon van God is (Hand. 9:19-20). Dat wekte eerst verbazing, maar later vijandschap, want Handelingen vertelt ons dat de joden daar van plan waren hem te doden (9:23). Daarom moest Paulus Damascus in het geheim verlaten (Hand. 9:25, 2 Kor. 11:33). Van daar reist hij verder naar Arabië (Gal. 1:17), dit gedeelte wordt niet vermeld in Handelingen 9. Dit wordt wel het ‘tijdgat in Handelingen’ genoemd. We weten niets van het doel en de duur van zijn verblijf in Arabië, maar we kunnen ons voorstellen dat hij daar verder nagedacht heeft over de betekenis en de gevolgen van zijn ontmoeting met de opgestane Heer. In elk geval ging Paulus daarna weer naar Damascus en vandaar pas drie jaar later naar Jeruzalem. In Jeruzalem werd hij voorgesteld aan de leiders van de vroege kerk: Petrus (in het Aramee: Cefas) en Jacobus, de broer van Jezus (Gal. 1:18-19; vgl. Hand. 9:26-30). Hier begin klaarblijkelijk ook zijn vriendschap met Barnabas met wie hij later zal gaan reizen. Na een kort verblijf van slechts vijftien dagen in Jeruzalem (waar ze hem weer willen ombrengen, Hand.9:28) ging Paulus terug naar zijn geboortestad Tarsus in Cilicië. Van daar werd hij door Barnabas speciaal opgezocht en meegenomen naar de gemeente in Antiochië (Hand. 11:25-26; Gal. 1:21). Antiochië werd vervolgens Paulus’ uitvalsbasis voor zijn zendingsreizen en zijn apostelschap in de komende jaren. Antiochië was de hoofdstad van Syrië en de derde stad in het Romeinse rijk. Deze stad zou ook nog eeuwen lang invloedrijk zijn in de geschiedenis van het Christendom.

Hier zien we het begin van de financiële ondersteuning van de gemeente in Jeruzalem (Hand. 11:29-30), een onderwerp wat in diverse brieven van Paulus terugkomt (Rom. 15:25-28; 1 Kor. 16:1-3; 2 Kor. 9:1-15).

1.2.4. eerste zendingsreis

Uit het overzicht in Handelingen weten we dat Paulus drie zendingsreizen heeft ondernomen. Dat waren georganiseerde pogingen om de blijde boodschap steeds verder westwaarts te verkondigen, in overwegend niet-joodse gebieden waar het Evangelie nog niet was doorgedrongen. De details van zijn eerste reis, die enkele jaren duurde, zijn beschreven in de hoofdstukken 13 en 14 van het boek Handelingen. Uitgezonden door de gemeente van Antiochië, reisden Paulus en Barnabas eerst naar Cyprus en daarna naar Klein-Azië (het huidige Turkije) om het evangelie te verkondigen in steden als Antiochië in Pisidië, Lystre, Derbe en Ikonium.

1.2.5. vergadering in Jeruzalem (Hand. 15)

Handelingen 15 kan gezien worden als een keerpunt in de nog jonge geschiedenis van de eerste gemeente, in ieder geval in theologisch opzicht. In de kerk in Antiochië, waar Paulus en Barnabas werkzaam waren, waren er broeders uit Judea gekomen die leerden dat om behouden te zijn, je besneden moest zijn (Hand. 1:1). Vanwege het verzet van vooral Paulus en Barnabas tegen deze opvatting, ontstond er een geschil. Daarom werd een afvaardiging van deze gemeente naar de ‘moederkerk’ in Jeruzalem gestuurd om de apostelen en oudsten deze kwestie voor te leggen. In Jeruzalem breekt dezelfde discussie en woordenstrijd uit en veel verschil van mening (17:7), waarna tenslotte Petrus wijze woorden spreekt en vertelt van zijn ervaringen met de heidenen, zowel in Ceasarea (Hand. 10:1-43) als wat ze zelf hebben meegemaakt op de eerste Pinksterdag (Hand. 2:4). Nadat Paulus en Barnabas vertelden wat God allemaal aan tekenen en wonderen doet onder de heidenen (15:12), spreekt Jacobus, de broer van Jezus, de verlossende woorden, dat de heidenen die zich tot God bekeren, niet lastig gevallen hoeven te worden met de joodse rituele wetten. (15:19). Wel worden er vier algemene bindende regels gegeven waar zij zich aan moeten houden, nl. ‘zich onthouden van wat door de afgoden bezoedeld is, van hoererij, van het verstikte en van bloed’ (15:20). Dit is een overwinning voor Paulus, wat hij in Gal. 2:4-5 de ‘vrijheid in Christus Jezus’ en de ‘waarheid van het evangelie’ noemt. De uitkomst wordt op papier gezet en met een aantal mensen uit Jeruzalem wordt deze brief naar de gemeente in Antiochië gestuurd en voorgelezen (15:30).

Vraag: Wat leert dit ons om met theologische meningsverschillen om te gaan? (binnen één gemeente? Binnen een denominatie? Tussen kerkgenootschappen?) Is er ruimte voor conflicten? Is er ruimte voor dialoog en verschillen?

Later doet zich weer een incident voor, wanneer Petrus de gemeente in Antiochië bezoekt en weer het conflict tussen de besneden en onbesnedenen zich voordoet. Ook hier reageert Paulus heel principieel en later confronteert hij Petrus openlijk hiermee. (Gal. 2:11-14). In de Galatenbrief introduceert Paulus ook de term ’een ander evangelie’ waar hij zich fel tegen verzet.

1.2.6. tweede zendingsreis

Op zijn tweede reis, die ongeveer vier jaar duurde, bereikte Paulus Macedonië en Griekenland. Tijdens deze reis bracht hij achttien maanden door in Korinthe (Hand. 15:36-18:22). Paulus besteedde een deel van deze reis aan het bezoeken van enkele van de gemeenten die hij op zijn eerste reis had gesticht.

1.2.7. derde zendingsreis

Ook Paulus’ derde reis begon in Antiochië (Hand. 18:22-23:35). De reis voerde naar Efeze, waar Paulus minstens drie jaar woonde, leerde en evangeliseerde (Hand. 19).

1.2.8. reis naar Jeruzalem, arrestatie en gevangenschap

Na zijn terugkeer ging hij naar Jeruzalem, werd daar gearresteerd en uiteindelijk naar Rome gezonden om terecht te staan voor de keizer. Daar eindigt Handelingen nogal abrupt (zie Hand. 21-28).

1.2.9. vrijlating

Men denkt dat Paulus uit deze gevangenschap is vrijgelaten (2 Tim. 4:16-17) en mogelijk naar Spanje is gereisd, wat in ieder geval zijn verlangen was (Rom. 15:24,28). Dit wordt soms de vierde zendingsreis genoemd, maar hier is te weinig over bekend.

1.2.10. tweede gevangenschap en dood

Daarna is Paulus opnieuw gevangengenomen en in 67 of 68 ter dood is gebracht door Nero. In 2 Tim. 4:6-7 is hij zich hier al van bewust, maar ook in het besef wat hem wacht. (4:8).

1.3. Paulus’ medewerkers

Omdat we Paulus kennen als een pionier op het zendingsveld, beschouwen we hem soms als een solitaire figuur, maar de werkelijkheid was geheel anders. Paulus deed zijn zendingswerk samen met een netwerk van medewerkers. Paulus noemt deze medewerkers vaak bij naam, meestal in de inleiding van zijn brieven. Hij noemt onder anderen Sosthenes (1 Kor. 1:1), Timoteüs (2 Kor. 1:1) en Silvanus (1 Tess. 1:1). Elders noemt hij Marcus, Aristharchus, Demas en Lucas, die hij ‘mijn medearbeiders’ noemt (Fil. 24). In de aanhef van de brief aan de Galaten, heeft hij het eenvoudigweg over ‘al de broeders, die met mij zijn’(1:2). Dit sterke netwerk van christenen was van wezenlijk belang voor het succes van Paulus’ missie. Ze ondersteunden hem in zijn werk, bezochten de gemeenten (Fil. 2:19-30) en brachten zijn brieven over (Efe. 6:21-22).

2. Reizen van Paulus

2.1. Eerste zendingsreis (Hand. 13:1-15:35)

Deze reis is samen met Barnabas en begint in Antiochië en bezoekt de steden Seleucië, Salamis, Pafos (beiden op Cyprus), Perge, Antiochië in Pisidië, Ikonium, Lystra en Derbe. Dit zijn allemaal steden in Klein-Azië, het huidige Turkije.

Brieven geschreven3: Galaten (49)

2.2. Tweede zendingsreis (Hand. 15:36-18:22)

De tweede zendingsreis is met Silas, nadat Paulus en Barnabas een groot conflict hadden gehad (Had. 15:36-40) en later ook met Timoteüs (16:3) en Lucas. Deze reis begint ook in Antiochië gaat dan naar Derbe en Lystra, die Paulus ook tijdens de eerst reis bezocht heeft. Vervolgens worden nog enige plaatsten in Klein-Azië bezocht voordat ze in Troas aankomen, in het Noordwesten van het huidige Turkije. Daar krijgt Paulus een visioen om over te steken naar Macedonië (in het huidige Griekenland), waar vervolgens de steden Filippi, Thessaloniki, Beréa, Athene, Korinthe en Kenchreeën worden aangedaan. In Korinthe blijft Paulus anderhalf jaar wonen en sticht dan een gemeente. Vervolgens gaat hij via Efeze, waar hij zijn reisgenoten achter laat, en Ceasarea en Jeruzalem weet terug naar Antiochië.

Brieven geschreven: beide aan Tessaloniki (51)

2.3. Derde zendingsreis (Hand. 18:23-21:26)

De derde zendingsreis gaat weer met Silas en Timoteüs en volgt de grote lijnen van de tweede reis en combineert Klein-Azië met Griekenland. Ze bezoeken Efeze, diverse gemeenten in Macedonië en daarna een verblijf van drie maanden in Korinthe en vervolgens weer naar Filippi. Daarna via Klein-Azië terug naar Ceasarea, waar de reis eindigt in Jeruzalem. Dit leidt uiteindelijk tot de gevangenneming van Paulus, mede doordat Paulus zich toch weer met de joodse wetten bezighoudt.

Brieven geschreven: beide aan de Korinthiërs (56), Romeinen (56-57)

Vraag: Wat is het belang van het feit alle drie de zendingsreizen begonnen vanuit de thuisgemeente van Paulus, Antiochië en daar ook weer eindigden (behalve de laatste)?

Voetnoten:
1. Paul the learner, 2. Paul the missionary, 3. Paul the prisoner. (The Hayford Bible Handbook, p. 504-505)
2 Driekwart van de joden woonde buiten Israël in die tijd.
3 Volgens The Hayford Bible Handbook, p. 504-505.

Bibliografie en voor verdere studie:
Aebi, Ernst, Korte inleiding tot de bijbelboeken, Culemborg: IBB 1978
Allen, J. Catling, Bijbellanden in woord en beeld, Culemborg: Educaboek, 1981
Anderson, R. Dean, 1 Korinthiërs, Kampen: Kok, 2008
Bavinck, J.H., Alzo wies het Woord, Baarn: Bosch & Keuning, 1960
Bouhuijs, K & Deurloo, K.A., Dichter bij Paulus, Baarn: Ten Have, 1980
Bruggen, Jacob van, Open Testament, Profiel van een commentaar, Kampen: Kok, 2010
Bruggen, Jacob van, Paulus, Kampen: Kok
Bruin, Paul & Gigel, Philipp, Paulus, een apostel van Jezus Christus, Baarn: Bosch & Keuning, 1963
Chilton, Bruce & Good, Deidre, Starting New Testament Study, London: SPCK, 2009
Fee, Gordon D., How to Read the Bible for All Its Worth, Grand Rapids: Zondervan, 2003
Hayford, Jack, The Hayford Bible Handbook, Nashville: Thomas Nelson, 1995
Hollander, H.W, 1 Korinthiërs III, Kampen: Kok, 2007
Houwelingen, P.H.R. van (red.), Apostelen, Dragers van een spraakmakend evangelie, Kampen: Kok, 2010
Schell, Steve, Women in Leadership Ministry, Los Angeles: Foursquare Media, 2007
Schippers, Jan A., Negen gaven van de Geest, Den Haag: Thora, 1990
Spanje, T.E. van, 2 Korinthiërs, Kampen: Kok, 2009
Wilson, Todd, De apostel Paulus, Zijn leven en zijn brieven, Heerenveen: Groen, 2009

Websites
Gebruikte landkaarten:

http://www.bijbelseplaatsen.nl/plaatsen/P/Paulus%20%20de%20apostel%20(overzicht)/473/
http://www.kerkzoeker.nl/brievenvanpaulus.html
http://www.holyhome.nl/bible-atlas.pdf (meest compleet)