De echte woorden van Jezus?

Onlangs verscheen op VrijzinnigEvangelisch.nl een artikel over de uitgave van een aantal apocriefe Bijbelboeken. In de reacties werd met name het evangelie van Thomas aangevallen omdat het geen echt evangelie zou zijn. Het enkele feit dat dit evangelie niet in de canon terecht is gekomen is geen reden voor de conclusie dat het niet om een echt evangelie zou gaan.

Mark Peter van der Bijl

Het is goed om een aantal experts op dit gebied te raadplegen om te proberen dichter bij de waarheid te komen of meer nuance aan te kunnen brengen. In het boek(je) Het Evangelie van Thomas geven zes bekende Nederlandse theologen hun mening over de pas rond 1945 bij Nag Hammadi teruggevonden evangelie van Thomas. In dit manuscript staan 114 uitspraken (logia) van Jezus, waarvan de voorstanders zeggen dat dit een ander en beter (en zelfs een vroeger en dus betrouwbaarder) beeld geeft van Jezus en zijn leer.

Sommige tegenstanders noemen het al snel gnostisch van aard en verwerpen om die reden al (te) snel de inhoud. Persoonlijk vind ik elk geschrift wat uit de beginperiode van het christendom stamt de moeite waard om te bestuderen, omdat het iets zegt over de meningen en opvattingen van die tijd die mede het christelijk geloof hebben gevormd.

Het boek bevat niet de volledige tekst van het evangelie van Thomas, maar wel worden door de diverse auteurs een aantal uitspraken van Thomas geciteerd en besproken. Dat is op zich een manco, maar het doel van het boekje is om het belang en waarde van de inhoud te bespreken en tevens vast te stellen of het inderdaad om een gnostisch geschrift gaat, en zo ja hoe je dat kan bepalen.

Historische Jezus
Voormalig VU hoogleraar Tjitze Baarda gaat uitvoerig in op de vragen rond de datering van dit geschrift, of je objectief aan kunt tonen of het om de oorspronkelijke woorden van Jezus gaat of door de gnostische opvattingen uit die tijd in de mond van Jezus zijn gelegd. Ook bestrijdt Baarda diverse opvattingen van Jakob Slavenburg die als een van de grootste aanhangers van dit evangelie (en vergelijkbare literatuur) mag worden beschouwd. Baarda doet dit in mijn ogen op een objectieve en deskundige wijze.

Uiteindelijk komt Baarda op literaire en historische gronden niet tot een vroege datering, maar zegt dat zijn voorkeur (140-150 jaar na Christus) ook niet te bewijzen valt. Hij vindt het evangelie “een belangrijk historisch document, dat met grote zorg moet worden bestudeerd.” Baarda ziet in ‘Thomas’ een christelijke auteur die geboeid is door de gnosis en daarom een collectie van spreuken van Jezus aanlegde, die uit oudere bronnen afkomstig zouden kunnen zijn geweest. Hij verwerpt het idee dat we door dit geschrift dichter bij de historische Jezus zouden komen.

Gnostiek
Roelof van den Broek, voormalig hoogleraar Kerkgeschiedenis aan de Universiteit van Utrecht (UvA) gaat in op de vraag hoe gnostisch het evangelie van Thomas is. Het lastigste is om een goede definitie van gnostiek te geven of om dit in een tekst te herkennen. Van den Broek zou het liever een esoterisch geschrift noemen, een genre dat sommige kerkvaders zoals Origines en Clemens ook gebruikten. Esoterisch heeft voor Van den Broek te maken met geheime (diepere) kennis die alleen aan ingewijden bekend mocht worden gemaakt.

Deze stroming maakte deel uit van de vroege kerk, maar later zijn de accenten in de kerk verlegt naar een meer universeel toegankelijk boodschap. De conclusie van Van den Broek is dat we in het Evangelie van Thomas een van de varianten van het christendom van de tweede eeuw aantreffen. Daarin speelde de gnosis een grote rol, maar het was geen gnostiek in de strikte zin van het woord.”

Jan Helderman en Kees van der Kooi, beiden (emeritus) hoogleraar aan de VU, gaan nog wat dieper in op de vragen rondom de gnostiek en de relatie met het christelijk geloof en het ontstaan van de canon. Beiden zijn van orthodoxe achtergrond en kiezen mede om die reden voor de accentuering van de verschillen van dit evangelie met de traditionele christelijk leer met name waar het gaat om de verlossingsleer door Jezus. De gnosticus verlost zichzelf, terwijl de christen door Jezus verlost wordt. Dat is voor beide auteurs het belangrijkste verschil.

De woorden van Jezus
Ten slotte komt ook Jakob Slavenburg aan het woord. Hij is een groot kenner van de gnostiek en een belangrijk promotor van het evangelie van Thomas, welke hij ook in het Nederlands heeft vertaald. Slavenburg ziet niet de moderne esoterie als sektarisch, maar het christendom. Deze visie maakt hem ook niet objectief, zoals Baarda maar ook een aantal auteurs aangeven.

Slavenburg verwijt de christelijke kerk dat zij vanaf de vierde eeuw alle documenten heeft vernietigd die een niet-orthodoxe visie verkondigde. Dat zit natuurlijk een kern van waarheid in, maar de kerk zag het ook als haar taak om wat zij beschouwde als dwaalleraren te bestrijden. Dat deed ze vaak met grondigheid en gedrevenheid, zoals bijvoorbeeld ook de Montanisten hebben ervaren. Slavenburg erkent ook dat gnostiek en orthodoxie op het gebied van de verlossing een tegengestelde visie hebben.

Slavenburg is blij dat diverse geschriften de vernietigingsdrang van de kerk overleefd hebben. Hij ziet in het evangelie van Thomas een geschrift wat door zijn eenvoud dichter zit bij de echte woorden van Jezus dan de complexiteit van de latere theologie. Zijn argument is dat de synoptische evangeliën ook terug gaan op oudere bronnen zoals Q en afkomstig is van een onafhankelijke traditie. Uit dit geschrift komt een ander godsbeeld naar voren dat wat de klassieke theologie leert. Duidelijk is dat Slavenburg niet veel op heeft met het traditionele orthodoxe geloof, wat volgens hem ook ver weg staat van de eenvoud van de uitspraken van Jezus. De bijdrage van Slavenburg is eigenlijk te kort om zijn mening helemaal recht te doen.

Positief vindt ik in dit boek dat het Evangelie van Thomas van diverse kanten en standpunten wordt bekeken. Er wordt nadrukkelijk voor gewaakt om het om de verkeerde redenen af te kraken. Waar auteurs kritisch zijn, wordt dit duidelijk en zorgvuldig beargumenteerd. Dit boekje geeft daarmee een goed instappunt voor de vraagstukken die voor alle apocriefe documenten geldt.

evangelie van thomasHet Evangelie van Thomas
Red. J.H. de Wit
Uitgeverij Meinema 1999, ISBN 902113929
Prijs €19,90